Privacy First waarschuwt voor “bancair sleepnet” dat kabinet wil invoeren
Category:blogDe gezamenlijke transactiemonitoring door banken die het kabinet wil invoeren zorgt voor een “bancair sleepnet” dat geen plek in Nederland hoort te hebben, zo waarschuwt Privacy First. Gisteren meldde Security.NL dat het ministerie van Financiën, ondanks felle kritiek van de Raad van State en Autoriteit Persoonsgegevens, het wetsvoorstel voor de Wet plan van aanpak witwassen binnenkort naar de Tweede Kamer zal sturen.
De wet verbiedt contante betalingen vanaf drieduizend euro en maakt het eenvoudiger voor banken om klantgegevens met elkaar uit te wisselen. Privacy First spreekt van een “bancair sleepnet” dat de complete financiële transactiegegevens van Nederlandse burgers, bedrijven en organisaties zal bevatten. De privacystichting roept iedereen dan ook op om tegen het kabinetsplan te strijden.
Nederlandse wetgeving verplicht banken al sinds 1994 om zich met de bestrijding van misdaad bezig te houden. Zo zijn banken verplicht onderzoek te doen naar al hun klanten, zowel organisaties, bedrijven als burgers. Verder zijn banken verplicht om alle financiële transacties, klein en groot, te monitoren en na te gaan of er aanwijzingen zijn dat financiële middelen van een klant van misdaad afkomstig zijn.
“Nu al gaat er het nodige mis met de uitvoering van deze taken door banken: mensen krijgen indringende vragen over betalingen en begrijpen niet waar de banken mee bezig zijn”, aldus Privacy First. Om kosten bij het klantenonderzoek te besparen is er in 2020 een speciale BV opgericht, Transactie Monitoring Nederland BV (TMNL). Om mogelijk te maken dat TMNL alle transacties van Nederlandse banken analyseert is een wetswijziging vereist, dat het kabinet ondanks de kritiek toch wil doorvoeren.
“De massale schaal waarop banktransacties gezamenlijk zullen worden gemonitord is ongekend en betekent een vergaande inbreuk op de vertrouwelijkheid van gegevens van burgers en bedrijven. Daarbij gaat het niet alleen om het recht op privacy. Deze monitoring kan ook leiden tot uitsluiting en discriminatie”, zo waarschuwde de Raad van State eerder dit jaar, dat verder oordeelde dat het niet is aangetoond dat deze gezamenlijke transactiemonitoring noodzakelijk en proportioneel is.